Resten piloot gevonden tijdens berging in Dordrecht
Over de radio alarmeerde Goldsmit zijn kameraden van het Belgische 349 RAF Squadron dat het voor hem onmogelijk was om terug te keren naar eigen linie en dat hij een crashlanding zou maken. Rond 13.00 uur stortte het jachtvliegtuig van de Royal Airforce neer bij boerderij Amstelwijck in Dordrecht. Goldsmit overleefde de crash niet.
Het lichaam van de piloot, die getrouwd was en net negen maanden vader van baby Michelle, werd net na de oorlog al geborgen en begraven op de Essenhof. Enkele jaren later werd hij herbegraven op het Ereveld der Belgische Vliegeniers in Evere. De resten die nu gevonden zijn bleven op grote diepte achter tussen de wrakdelen. Ze worden onderzocht in het laboratorium van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht in Soesterberg en daarna bijgezet in zijn graf. Dat ze van Goldsmit zijn lijdt overigens geen twijfel: Spitfires waren éénmansvliegtuigen.
Erkentelijk
De berging van de Spitfire was nodig omdat er op die locatie huizen worden gebouw. Doordat het hier om kleigrond gaat is er veel van het vliegtuig bewaard gebleven. Zo vonden de bergers op 4 kilometer diepte het motorblok.
De berging werd afgerond met een herdenkingsceremonie. Daar waren ook enkele familieleden van Goldsmit aanwezig. Zijn achternicht Sylvie Graff is blij met de berging:
“Dit is zo mooi. We zijn de mensen hier zeer erkentelijk voor wat ze allemaal hebben gedaan”.
Op termijn zal er op die locatie een monument komen om zo de herinnering aan Goldsmit en de Spitfire-crash niet verloren te laten gaan.